Hey, ben je daar weer?!

Mijn eerst dag als medewerker bij een hospice verliep vol indrukken. Na alle patiënten gezien en gesproken te hebben, nam dokter B. die mij begeleidde afscheid van me. Ik gaf aan nog even met meneer W. te willen praten. Was dat ok? “Natuurlijk is dat ok, mits meneer W. hiervoor openstaat. Iedere bewoner mag de ruimte waarin hij of zij verblijft zien als het eigen huis. Hier gelden de eigen regels. Je wordt niet gewekt als je dat niet wilt, je kunt eten op tijdstippen dat jij het wilt en je kunt ook krijgen wat je wilt. Je kunt het zo gek niet bedenken of het wordt geregeld. Ook de laatste wens om nog iets te ondernemen wordt invulling gegeven waar maar mogelijk. En dat is heel veel. Vandaar geen patiënt maar bewoner!”, legde dokter B. uit.

Ik klop op de deur en wachtte tot ik binnen werd geroepen. “Hey, ben je daar weer?!”. “Ja, als u het ook fijn vindt zou ik nog graag met u verder willen praten”, antwoordde ik. “Oh, tuurlijk, ga zitten”.  Wat stel ik als eerste vraag? Hoe kan ik ervoor zorgen dat het niet te confronterend is? Paniek zet ik snel om in daden. “Mag ik misschien wat te drinken voor u halen? Ik zie dat het glas leeg is”, opperde ik. “Ja graag, doe maar Rivella”. Ik kom terug met een gevuld glas en geef het aan. “Dankjewel jongen. Ja, zo ben je een vent van 115 kg en denk je dat je zo gezond bent als wat, dan krijg je een raar gevoel in je buik tijdens het eten en dan lig je een half jaar later hier en weg je nog geen eens 70kg meer.”

Er wachten vrienden en familie aan de andere kant

Het is wat. Voor jou misschien ook schrikken zo. Ik was er nog helemaal niet klaar mee. Wilde eigenlijk nog heel veel doen. Toen kreeg ik de mededeling dat ik waarschijnlijk nog een paar weken tot maximaal een paar maanden had. Bleek vol te zitten met die rot ziekte. Daar had ik wel een paar slapeloze nachten van maar nu heb ik het geaccepteerd.

Je komt op een gegeven moment op het punt dat je denkt ik wil niet meer, ben er wel klaar mee. Toen is mijn dochter gaan regelen dat ik hier naartoe kon en vanaf dag twee begon ik me weer goed te voelen. Nou ja goed, ik zag het weer zitten. Wilde in ieder geval niet meer meteen dood. Het eten smaakt me weer, ik geniet van het kijken naar een potje voetbal, af en toe laat ik me naar buiten rijden en geniet van het zonnetje en de vogeltjes.

Gek hè?! Die dokter is een heilige wat mij betreft. Ik slaap goed, heeft hij geregeld, ik eet goed en heb trek, dankzij hem. Ik word fantastisch verzorgd en heb mooie gesprekken zoals ook nu met jou. Ik mag trouwens helemaal niet klagen. Iedere dag komt mijn dochter. Mijn schoonzoon en de kleinkinderen komen ook meerdere keren per week. Ze hebben het al zo druk en maken toch tijd voor me. Dan betekent dat vast dat ik ook goed voor ze ben geweest toch? Anders zouden ze dat niet doen. Weet je trouwens wat gek is? Of gek, bijzonder! De afgelopen week is iedereen die in mijn leven belangrijk was, maar is gestorven, langs geweest. Net of ze willen laten weten dat ze op me wachten. Heel vriendelijk.”

"Ik was er nog helemaal niet klaar mee. Wilde eigenlijk nog heel veel doen."
"Ik was er nog helemaal niet klaar mee. Wilde eigenlijk nog heel veel doen."

Een bewogen leven

Ik heb veel meegemaakt. Werkte op een inrichting voor geestelijk verwarde mensen. Daar pleegden er heel wat zelfmoord. Dat heb ik van dichtbij meegemaakt. Dat greep me aan. Mijn eigen zoon, vermist, dagenlang. Dan wordt hij gevonden ergens in ‘the middle of nowhere’, dood!  Dan ga je kapot. Dat is het ergste wat je kan overkomen. Is heel moeilijk te accepteren. Een gezonde jonge vent, je wilt van plaats ruilen maar je hebt er niets over te zeggen. Zwaar. Het is al heel wat jaren geleden en inmiddels heb ik het geaccepteerd. Misschien gaan we elkaar binnenkort weer zien, dat geloof ik wel. Dat is dan weer mooi. Ik ben er wel klaar voor na de WK Voetbal. Dit nog ff meemaken. Misschien haal ik de finale nog wel, wie weet”.

Langzaam zie ik de energie wegslippen uit meneer W. Hij begint wat langzamer te praten. Wellicht ook door de emoties die zijn verhaal begeleiden. Ik besluit voor nu dat het genoeg is, dat hij wat rust kan gebruiken en vraag hem of ik nog iets voor hem mag doen. Nog wat eten of drinken, de pijnlijke handen of voeten masseren? “Nee lief, dankjewel. Ik ga ff een tukkie doen.” Onze ogen vinden elkaar. De jongensachtige twinkeling in zijn ogen tijdens het vertellen maken plaats voor ‘matte’ moede ogen. De pupillen zijn grijs en staren in de verte. “Slaap lekker, overmorgen ben ik er weer en dan praten we verder als u dat ook wilt”, zeg ik zacht. “Graag, was fijn!”, antwoordt hij.

Tijd voor de volgende stap

Ik verlaat zijn ruimte, breng rapport uit naar de locatiemanager B. en loop naar de auto. Tijdens de terugrit komen er een paar dingen boven. Wat lief dat iedereen die daar ligt zo vriendelijk is en voor alles dankjewel zegt. Wat fijn dat ze niet verzuurd zijn maar het accepteren. Wat mooi dat er een vertrouwen is naar hetgeen hierna komt. Wat mooi dat er mensen zijn die dit met elkaar doen om zo andere de ruimte te geven om in rust en vrede afscheid te nemen. Afscheid van de geliefden, afscheid van het leven. Tijd voor de volgende stap.

It’s About Time!

   

    

Deel dit

Facebook X Whatsapp E-mail
Björn
Björn van den Bosch
Bevlogen man
Volledig profiel
Mijn missie? Het beladen thema ‘Als ik er niet meer ben’ van alle taboes ontdoen"
Volledig profiel

Ook van deze blogger