Plat op de grond
Vandaag de kennismaking met een nieuwe mevrouw. Laten we deze oudere dame mevrouw S noemen. Mevrouw S. was tot een aantal maanden geleden kerngezond. Met haar 92 jaar liep ze nog steeds een paar kilometer naar het dorp, deed boodschappen en liep met een volle tas terug. Zonder enig probleem. Alle huishoudelijke taken deed mevrouw na het verlies van haar man, een aantal jaren geleden, zelf. Niets was haar te gek en ook de dag waarop de ramen gedaan moesten worden startte als een gewone dag. Het krukje werd gepakt, de emmer sop gemaakt en opeens verdween het krukje onder haar en lag ze zoals ze mooi zei; “plat op de grond”.
Van binnen moest ik lachen alleen bij het opstaan voelde ik toch een steek in mijn heup en mijn zij. Iedereen in paniek behalve ik want ik had nog nooit iets gehad, ben altijd overal doorheen gefietst en ziekenhuizen alleen gezien als ik op bezoek kwam. Toch werd de ambulance gebeld en voor de zekerheid even een fotootje gemaakt. Toen de uitslag van de foto kwam trokken zich donkere wolken samen. Op de foto stond een breuk maar die was niet zo ernstig. In de buurt van de breuk was echter een rare vlek te zien. Deze moest volgens de arts beter onderzocht worden maar het zag er niet goed uit.
De uitslag van het onderzoek was negatief. Er bleek een tumor te zitten en de vraag was of die geopereerd moest worden op mijn leeftijd. Ik wilde dat liever niet. Wat later kreeg ik ook wat pijn op andere plekken en toen bleek dat er reeds uitzaaiingen waren. Dit kreeg zo een vaart dat de artsen zeiden dat het niet lang meer zou duren. Wat nu? Alleen thuis was geen optie en het gaf de kinderen ook geen goed gevoel. Mijn kleindochter die ook in een ziekenhuis werkt zei; Oma geniet de laatste weken nog in een hospice. Daar zijn lieve mensen, heb je je eigen plek en word je goed verzorgd.
Om een lang verhaal kort te maken, alles werd geregeld en 2 weken geleden werd ik binnengebracht. Eigenlijk voelde ik me niet eens zo slecht maar inmiddels heb ik vaak pijn. Maar ik ben zo bang voor prikken. En u? Bent u ook bang voor prikken? U is je, zegt u maar jij alstublieft.
Ik haalde eerst een kop thee. Met veel liefde maakte ik die klaar met een stukje gebak erbij en ging naast haar zitten. Weet u, ik hou eerlijk gezegd ook niet van prikken maar soms heiligt het doel de middelen.
Ja, het zou me wel wat waard zijn als de pijn verdween. Ik ben het eerlijk gezegd ook wel zat. Er uitkomen doe ik niet meer en alhoewel de mensen lief zijn, wil ik geen last worden voor de kinderen. Die moeten ver rijden en bezoeken me vaak. Ik merk echter dat het ze inmiddels zwaar begint te vallen. Met mijn kleindochter heb ik mooie gesprekken. Daarmee kan ik de diepte in. Met mijn kinderen minder. Ik besef me dat ik vroeger vaak ook een strenge moeder was. Waren ze gevallen dan zei ik, kom op, opstaan en niet huilen. Misschien was ik te hard. Ik moest ook hard werken en ondanks dat mijn ouders goed voor me waren werd er niet geknuffeld en waren ze niet zachtzinnig. Dat krijg ik nu misschien ook terug. Heb ik aan mezelf te danken. Mijn kleindochter is heel anders. Ze masseert mijn handen en voeten, smeert me lekker in en luistert echt. Ze is ook zo goed met dieren, vooral paarden. Heeft u wat met paarden?
"Ze zoekt mijn ogen op, kijkt me aan en een traan vult haar ooghoek. "
"Ze zoekt mijn ogen op, kijkt me aan en een traan vult haar ooghoek. "
Nog een andere vraag, misschien heel raar maar hoe denkt u over de dood? Hoe bedoelt u? Denkt u dat er iets is na de dood? Waarom vraagt u dat zo specifiek aan mij? En als we over dit onderwerp gaan praten zullen we dan afspreken dat u nu je gaat zeggen? We worden nu namelijk wel vertrouwelijk met elkaar. Ok, doe ik. Ruim een week geleden voelde ik heel sterk dat ik mijn moeder weer ga zien. Dat gevoel wordt met de dag sterker. Nu vraag ik me af, wil ik het zo graag of is het echt zo? Ik meen haar namelijk te “zien” en te horen zeggen ik ben er en wacht op je om je weer in mijn armen te sluiten. En eerlijk gezegd, ik zou niets liever willen. Ze zoekt mijn ogen op, kijkt me aan en een traan vult haar ooghoek. Ze draait haar hoofd en kijkt naar buiten en een dun straaltje loopt over haar gezicht. Ik ben blij als het gebeurd is. Ik ben er klaar voor. Ik pak haar hand en wrijf er overheen. Ze kijkt me aan en ook bij mij komen tranen. Zo houden we elkaar even zonder te praten vast. Ze bedankt me voor het fijne gesprek en zegt dat ze eventjes een tukkie gaat doen.
Ik pak nog een glaasje water zet het naast haar bed en help haar erin, pak de resterende kopjes en als ik me omdraai om gedag te zeggen hoor ik al een zachte snurk. Ik verlaat stil de kamer en zeg zachtjes tot vrijdag lieve dame. Tijd om te gaan.