Zo doen ze het in… Indonesië
Tana Toraja is een gebied op Zuid-Sulawesi in Indonesië. Hoewel de meeste Torajanen in de koloniale tijd tot het christendom zijn bekeerd, leven veel van de oude religieuze gebruiken gewoon voort. De huizen (tongkonan) van de bevolking in Toraja-land hebben een bijzondere vorm. De met geometrische patronen versierde daken lijken enigszins op omgekeerde schepen. Tana Toraja staat bekend om de uitgebreide en kostbare uitvaartrituelen. Vele waterbuffels (karbouwen) en varkens worden op deze festiviteiten ter ere van de overledenen geslacht. Overledenen worden soms tijden (gebalsemd) 'bewaard' in of bij het huis van de familie voor ze in speciale grotten worden bijgezet die zich in steile rotswanden bevinden. De houten beeldjes (die vaak enigszins lijken op de overledene zelf) dienen ter bescherming.
Torajanen praten hun leven lang over de dood, aangezien het voor hen geen definitief afscheid is. Torajanen leren van kleins af aan dat de dood er nu eenmaal bij hoort. En als iemand sterft, wordt iedere dag voedsel, water en zelfs sigaretten geofferd omdat Toraja geloven dat de ziel dicht bij het lichaam blijft. Overledenen blijven vaak meerdere maanden, soms zelfs tientallen jaren, in een tongkonan bewaard, tot de begrafenis betaald kan worden. Ondertussen wordt de geur geneutraliseerd met gedroogde planten.
Het belang van de waterbuffel
De overledene wordt pas officieel doodverklaard op het moment dat een geofferde waterbuffel zijn laatste adem uitblaast. Dan kan de ziel van de overledene pas naar de hemel (Puya) vertrekken. Volgens de Aluk To Dolo, de religie van de Torajanen, is 24 buffels het perfecte aantal. Het precieze getal bepaalt het opperhoofd en wordt vervolgens besproken met de familie. Sommige gasten brengen een buffel mee als geschenk. Van naaste familieleden van de overledene wordt verwacht dat ze minstens één buffel bijdragen. En dan te bedenken dat een buffel tienduizenden euro’s kan kosten. De prijs wordt bepaald op basis van de huid, de lengte van de hoorns en de kleur van zijn ogen. Zijn er veel buffels te offeren, dan kan de uitvaart behoorlijk lang duren.
Zorg voor de voorouders
De begrafenisceremonie kan drie tot vijf dagen in beslag nemen. Pas daarna wordt de overledene begraven. De stam komt om de paar jaar samen voor het ritueel Ma’nene, wat je het beste kan vertalen met ‘zorg voor voorouders’. De overledenen worden uit hun graven gehaald, schoongemaakt en van nieuwe kleren voorzien. Vervolgens gaan zij weer hun graf in.
De Toraja maken van de ceremonie een feest. Familieleden komen van ver om de ceremonie mee te vieren. Ze vertellen elkaar verhalen en gedenken hun geliefden.